Eén van de leuke dingen aan het uitsturen van een nieuwsbrief is de reacties die ik daarop krijg. Soms zijn dat aanmoedigingen, bedenkingen, ideeën, … Maar soms zijn het ook verhalen. Mensen die een stukje met me willen delen over hun leven, over hoe zij iets ervaren hebben. Heel bijzonder is dat, want ik leer er altijd van bij. Mijn nieuwsbrief over de spanning tussen het ’multigeïnteresseerd-zijn’ enerzijds en ’stabiliteit/financiële rust’ anderzijds raakte duidelijk een gevoelige snaar, want toen kreeg ik iets meer reacties dan gewoonlijk. Waaronder het mailtje van Paul. Het is een getuigenis waar anderen veel aan kunnen hebben en daarom vroeg ik Paul of ik het op mijn blog mocht publiceren. Hieronder een authentiek verhaal, over een ondernemer die zijn ’succesvol’ bedrijf helemaal omgooide, zodat hij eindelijk zijn talenten als creatieve generalist kon inzetten. En dit ondertussen al 20 jaar vol overgave doet.
“Al van jongs af aan vertoonde ik een uitgesproken aanleg voor techniek. Dat gekoppeld aan een onstilbare nieuwsgierigheid zorgde er voor dat ik vlug in mijn omgeving bekend stond als de jongen die “alles” kon. Ik leerde lassen van een buurman, herstelde televisies en deed elektrische installaties met een nonkel, zat uren bij de lokale (brom)fietsenmaker, liep de deur plat bij een bevriende schrijnwerker, leerde kleren naaien en patisserie maken van mijn moeder, enz… Dat stopte nooit, altijd nieuwe dingen, en altijd lukte het me om daar behoorlijk goed in te zijn. Mijn studiekeuze was eenvoudig, ik zou een “praktische” Industrieel ingenieur worden en dat werd ik ook.
Tijdens mijn studies verkondigde ik al aan mijn medestudenten dat ik nooit voor een groot bedrijf zou werken, altijd hetzelfde doen, jaren aan een stuk, dat was niks voor mij. Ik zou een eigen zaak beginnen en dat deed ik ook. Op mijn 22, zonder een dag werkervaring en bijna zonder geld, startte ik mijn eigen zaak in elektronica. Het werd een groot succes, ik schoolde me snel bij op gebieden zoals boekhouden, sales, organisatie, e.d. en de zaken gingen geweldig.
Maar wat ik niet verwacht had, gebeurde geleidelijk aan. Ik raakte verveeld, mijn interesse in mijn eigen zaak zakte en terwijl ik naar buiten uit de schijn hoog hield, werd ik eigenlijk diep ongelukkig.
Na 1 jaar had ik al mijn eerste medewerker in dienst, na vier jaar waren dat er al een zestal. Maar wat ik niet verwacht had, gebeurde geleidelijk aan. Ik raakte verveeld, mijn interesse in mijn eigen zaak zakte en terwijl ik naar buiten uit de schijn hoog hield, werd ik eigenlijk diep ongelukkig. In mijn zaak evolueerde ik van een pionier naar een professionele babysitter. Ik was constant bezig met brandjes blussen, wrijvingen tussen medewerkers masseren, hun privéproblemen helpen oplossen en dergelijke nonsens. Het interesseerde me allemaal steeds minder en omdat ik geen uitweg zag, kreeg ik last van hyperventilatie, vroegtijdige haaruitval, hartkloppingen en andere stresssymptomen. Naar de buitenwereld toe liet ik dat uiteraard niet zien. We spraken openlijk over verdere uitbreidingen, eventueel het openen van nieuwe filialen, maar binnenin dacht ik constant: ‘ik wil dit niet, ik ben dit beu’. Hier zat ik dan, de man met talent en lef op overschot, werd voor het eerst in zijn leven geconfronteerd met zijn eigen beperkingen en dat kwam hard binnen.
Mijn omgeving vond mij een succesverhaal, maar ik vond mezelf mislukt.
Het heeft me ettelijke jaren gekost, maar uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat het geen zin had een zaak te hebben waar ik ongelukkig van werd. Dat was nooit de bedoeling geweest. Mijn omgeving vond mij een succesverhaal, maar ik vond mezelf mislukt. Uiteindelijk hakte ik de knoop door. Ik ging downsizen, ontsloeg de helft van mijn medewerkers, stootte een flink deel van mijn activiteiten af en ging op een zeer kleinschalige manier verder. Waar ik vroeger naast de normale verkoop en distributie ook nog een klein beetje projectwerk deed, werd dat nu de hoofdbezigheid. En daarin vond ik mijn passie terug. Originele oplossingen bedenken voor alle mogelijke problemen, kleine series maken die net te moeilijk zijn om aan eender wie uit te besteden, nieuwe technologieën, vooral in de IT, implementeren bij klanten, mijn brede interesse en mijn drang naar nieuwe dingen kwamen terug boven. Je staat er versteld van hoeveel projecten in de industrie niet gerealiseerd worden bij gebrek aan creatieve mensen om ze uit te werken. Bedrijven kooien hun medewerkers, ze laten ze jaren aan een stuk hetzelfde doen, ze worden specialisten in één domein, maar missen het groter geheel of de originele invalshoek. D’r zijn weinig creatieve duizendpoten in grote bedrijven terwijl ze er wel regelmatig eentje nodig hebben. Het moeilijkste is jezelf kenbaar maken bij die bedrijven, maar eens ze je kennen en weten waarvoor ze bij jou terecht kunnen, ben je vertrokken.
(…) ik heb ondertussen al tientallen dingen gemaakt waarvan ik denk, als ik dit product verder uitwerk, daar kan je een business mee uitbouwen, maar ik doe het niet. Ik wil het niet omdat ik nu al op voorhand weet, je gaat dat weer beu geraken.
En sindsdien ben ik dat blijven doen, nu ondertussen al meer dan 20 jaar. Ik heb nog 2 vaste medewerkers. Eentje die al mijn administratie verzorgt, en eentje die de gewone lopende zaken verkoopt, en ik kan me uitleven in alles wat nieuw en speciaal is. En inderdaad, om voldoende omzet te realiseren, moet je dingen herhalen, meer van hetzelfde verkopen, maar dat laat ik aan mijn medewerker over. Indien er te veel lopende projecten binnen komen, huur ik extra losse medewerkers in om dat te doen. Heb ik te veel nieuwe projecten of is er kennis vereist die ik zelf niet heb, huur ik andere creatievelingen in om samen die projecten uit te werken. Het is een moeilijk evenwicht, ik heb ondertussen al tientallen dingen gemaakt waarvan ik denk, als ik dit product verder uitwerk, daar kan je een business mee uitbouwen, maar ik doe het niet. Ik wil het niet omdat ik nu al op voorhand weet, je gaat dat weer beu geraken.
Dus stort ik me vol overgave in weer iets nieuws, en weer en weer. Word ik daar schatrijk van? Absoluut niet, maar ik slaag er wel in om een zeer mooi inkomen te hebben en ik amuseer me ondertussen en dat evenwicht is voor mij super belangrijk. Ik ben halfweg vijftig nu en nog steeds heb ik af en toe die drang om eens een mooie kmo uit te bouwen, maar direct daarna bekruipt me dan terug het gevoel dat ik 25 jaar geleden had en denk ik: ‘never again’. Dus ga ik die 10 à 15 resterende jaren van mijn loopbaan verder doen zoals ik bezig ben, hopelijk in goede gezondheid.
Tot zover mijn verhaal.
Mvg,
Paul B.”